Onder Woorden - Home
Home Intensiveringen Artikelen en reportages Over ons
(School)boeken
Woordenboeken
Contact
Spelling
Overig
Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023

Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

aan de weg timmeren, je voor iedereen zichtbaar inspannen, vooral om aandacht te trekken (veel gebruikt)

  1. Morgen zwoegt ze op het laatste eindexamen voor haar havo-opleiding, terwijl ze intussen al jaren hard aan de weg timmert als ondernemer.
  2. In 1991 wordt de muziek van de Bintangs toevertrouwd aan de CD en wordt er weer flink aan de weg getimmerd door de muzikanten.
  3. Daarvoor moeten we meer aan de weg timmeren. Ik wil de zaak ook vaker open doen. Fietsers die langs komen moeten op het terras wat kunnen drinken.



Ontwerp door Bytes Ahead Multimedia