Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
aan iemands lippen hangen, luisteren met grote aandacht (veel gebruikt)
- Iedereen hing aan zijn lippen. Wat een verteller en wat een prachtig verhaal.
- Ze hing aan zijn lippen. Wat hij zei was niet belangrijk; hij was immers knap en charmant. Hij legde zijn arm rond haar schouder.
- Ik werd zo aardig ontvangen door de leidster en leider van de 'Houtwurm', en de kinderen hingen aan mijn lippen. Ontroerend!