Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
bomvol, klinkerrijm (veel gebruikt)
- Tram zit bomvol! En als ik zeg bomvol, dan is het echt bomvol, want ik heb al in serieus drukke trams gezeten.
- Het programma is bomvol. Zo bomvol dat Oosterhuis zich een beetje moet inhouden en zich niet al teveel kan bezondigen aan allerlei spontane uitstapjes op het podium.
- Al jaren behoort Autoweek tot de groep (inter)nationeel toonaangevende automagazines, met elke week een nieuwe editie bomvol nieuws en informatie.