Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
er de sokken in zetten, snel, hard gaan (veel gebruikt)
- De ouwe zette er de sokken in, de grote weg op naar Den Haag. Niet. lang daarna stonden we op het Binnenhof.
- Als Johan er de sokken in zet, staan die appartementen achter mijn huis er dus de volgende zomer.
- Woensdag gaan we verder met de bedoeling flink de sokken erin te zetten en we komen slechts 40 kilometer ver.