Onder Woorden - Home
Home Intensiveringen Artikelen en reportages Over ons
(School)boeken
Woordenboeken
Contact
Spelling
Overig
Hoe bang is de dood?

Dat stelletje wat zich kabinet noemt moet opzouten. Ze zijn zo bang als de dood dat het kabinet valt en ze het financieel weer met veel minder moeten doen.
Meestal wordt bij een vergelijking vergeleken met iets dat, of iemand die, de eigenschap waar het om gaat in kenmerkende mate bezit. Maar we kennen Pietje de Dood niet als iemand die bepaald angsthazerig in het leven (?) staat. Waarom zeggen we dan dat we net zo bang zijn als de dood? Hoe zit dat dan met zo bang als de dood? De verwarring kan ontstaan doordat we de vergelijking meestal bekorten, waardoor er iets wegvalt. Zo bang als we zijn voor de dood, zó bang zijn we; heel erg bang dus. Voluit zou het citaat er als volgt uitzien: ze zijn zo bang als [ze voor] de dood [zijn] dat…

Iets vergelijkbaars is aan de hand als we ergens als een berg tegenop zien. Van bergen is bekend dat ze hoog, onherbergzaam en steil kunnen zijn en dat je er van onderaf dus tegenop kunt kijken. De volledige vorm van de vergelijking luidt dan ook ergens tegenop zien als tegen een berg. Uit de korte vorm waarin de vergelijking meestal wordt gebruikt, zou je ook kunnen begrijpen dat bergen over het algemeen sterk tegen dingen opzien. Quod non.
Iets dergelijks, maar dan nog iets ingewikkelder is aan de hand bij het boek leest als een trein. Het boek leest niet, maar laat zich lezen, een trein leest niet, maar wij lezen. En wel zo snel als een trein zich voorbeweegt.



Ontwerp door Bytes Ahead Multimedia