Onder Woorden - Home
Home Intensiveringen Artikelen en reportages Over ons
(School)boeken
Woordenboeken
Contact
Spelling
Overig
Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023

Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

hartgrondig vloeken (gangbaar)

  1. Het is uitgezaaid, zegt de dokter. Ze heeft hooguit nog een halfjaar. 'Ach , verdomme,' vloekt zijn zus hartgrondig.
  2. Hij stootte zijn kin tegen de rand, vloekte hartgrondig, hief met een ruk zijn hoofd op en schampte met zijn schedel de kraan.
  3. Ze wist een eind aan het gesprek te maken en toen ze had neergelegd, vloekte ze een paar keer hartgrondig. 'Zo ken ik je weer,' zei Arthur glimlachend en schonk haar nog eens in.

De spelling 'hardgrondig' komt ook voor, maar die is fout.



Ontwerp door Bytes Ahead Multimedia