Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

---

je een rotje schrikken (gangbaar)

1. Het zorgzame tweetal wist van de prins geen kwaad en schrok zich een rotje toen uit het niets een agent opdook die hen op de bon slingerde.
2. Nou Marianne, ik kan me voorstellen dat je je een rotje geshrokken bent. En dan te horen dat ze helemaal gezond is...Heerlijk voor je.
3. Gek is dat, mensen zijn panisch voor ‘s nachts fietsen en ik moet keer op keer uitleggen dat het heus niet zo gevaarlijk is. Ik geloof dat het een omgekeerd probleem is. Voor mij is het veiliger omdat er minder auto’s zijn en ik die van veel verder aan zie komen. Maar automobilisten schrikken zich een rotje.
4. Ooh ik schrok me een rotje, dacht echt dat je er mee op ging houden. Gelukkig heb ik gedacht "eerst even verder lezen" en ja hoor ze blijft!

Het 'rotje' komt ook, maar incidenteel, met andere werkwoorden voor, zoals werken, lopen, computeren.