Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
onvergeeflijke fout (veel gebruikt)
- Maakte hij toch mooi een onvergeeflijke fout: één van de inwoners heette namelijk niet Williams, maar Jones.
- Die pandjes werden afgebroken, een onvergeeflijke fout, en de gedenksteen werd weer ter hoogte van nummer 11 in de gevel teruggezet. Goedmakertje?
- Ik heb de onvergeeflijke fout begaan in een andere wijk bij een andere fietsenmaker een fiets te kopen. Ja, en nu zit ik met de brokken.