Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

---

smak geld, veel geld (veel gebruikt)

1. En om daarna steeds maar weer elke maand te moeten betalen, om dat spel (waar je dus al een smak geld voor hebt moeten neerleggen) uberhaupt te kunnen spelen vind ik afzetterij.
2. Het zou zonde zijn als je een hele smak geld uitgeeft aan een beklinkerde oprit, die je achteraf moet gaan opbreken.
3. In de kringen waar honderd euro nog een smak geld is vertoeft hij niet, maar ondertussen is diezelfde Hans Worst wel voorzitter van de overkoepelende organisatie Zorgverzekeraars Nederland.