Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

---

stijf dicht (veel gebruikt)

1. Ze is erg goed in het niet willen eten: ofwel ze houdt haar mond stijf dicht, ofwel ze laat de ongewenste hap gewoon weer naar buiten lopen, ofwel ze geeft na een poosje gewoon weer over.
2. De anus is niet goed te onderzoeken, want Jan knijpt zijn billen stijf dicht uit angst voor de pijn.
3. Onvoorstelbaar hoe ze ruim een jaar geleden verfrommeld met haar ogen stijf dicht in de wieg lag.
4. Draco knikte en ze hielden beiden hun ogen stijf dicht. Ze richtten hun toverstok en schreeuwden tegelijkertijd: ‘REDUCTO!’

Vooral ogen en mond worden stijf dicht gehouden of gedaan. Bij 'mond' kan het ook betekenen: niks zeggen.