Voer een zoekwoord in:

Alfabetische lijst

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

---

van je à propos, in verwarring

1. De toon was gezet, maar Frans liet zich door mijn opmerking op geen enkele manier van zijn à propos brengen.
2. Dit even als kort teken van leven van mijn kant: ik was de laatste week wat van mijn apropos door een nogal dramatische gebeurtenis in het “werkelijke leven”.
3. Hij leek een beetje van zijn apropos van haar impulsieve uitroep. Zij zelf ook.