Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
gesmeerd gaan (veel gebruikt)
- Zondag hadden we de generale repetitie en die ging gesmeerd.
- Het verhuizen ging gesmeerd. Met dank aan mijn sterke en hulpvaardige verhuisvrienden.
- De afdaling naar het wrak ging gesmeerd en met z’n vieren zwommen wij in de buurt van het. achterschip.