Intensiveringen, vergelijken en overdrijven in het Nederlands - t/m juli 2023
Alfabetische lijst
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P | Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W | X | Y |
Z
woorden hebben, ruzie maken (gangbaar)
- De verdachte verklaarde dat ze woorden hadden gehad waarna de aangever als eerste een klap had uitgedeeld.
- De reden is niet zozeer de hoogte van de haag, maar maar wel dat ze woorden gehad heeft met mijn echtgenote.
- Regelmatig hoor ik van vriendinnen dat ze woorden hebben met hun man over het huishouden. Ze ergeren zich aan de passieve houding van hun man.
Beetje plechtstatig.